De meeste baby’s zijn rond de leeftijd van 6 maanden klaar voor vaste voeding, dat komt omdat de darmpjes dan ver genoeg ontwikkeld zijn en vaste voeding voorzichtig aankunnen. Voor die tijd hebben ze voldoende aan borst- of flesvoeding. Er zijn een aantal signalen dat je kindje er echt aan toe is.
Signalen dat je baby toe is aan vaste voeding
- Stevig zitten
Je kindje moet goed rechtop kunnen zitten. Het liefst zelfstandig, maar anders stevig in een kinderstoel, eventueel met extra ondersteuning van een kussentje. Je baby kan goed zitten als hij in de kinderstoel niet onderuit glijdt of wegzakt. Goed kunnen zitten is belangrijk, omdat een juiste houding nodig is bij het ‘leren’ eten: het hoofdje goed omhoog, de rug recht. Je baby is dan beter in staat om vaste voeding door te slikken en te verteren. - Interesse in eten
Je baby wil alles eten wat jij eet, of hij brengt alles zelf naar zijn mondje. Zijn dit signalen dat je baby toe is aan vaste voeding? Niet helemaal. Sommige baby’s kunnen al op jonge leeftijd fanatiek op hun knuistje of speelgoed sabbelen. En een baby stopt tenslotte ook zand, steentjes en andere oneetbare dingen in het mondje. Maar, het zijn wel tekenen dat je baby fysiek in staat is om eten aan te nemen, vast te pakken en naar de mond te brengen. Dus het zegt wél iets over het fysiek in staat zijn om te eten, maar wil niet zeggen dat je baby’s darmpjes er ook klaar voor zijn. - Zuigen op het knuistje
Online lezen we wel over een ander signaal dat je baby toe is aan vaste voeding, dat is wanneer je baby niet meer zuigt op zijn vuistje. Er wordt gezegd dat dit betekent dat het zuigreflex afneemt. Je kan dit ook al zien tijdens het geven van de borst en de fles. Naast het zuigen wordt er bijvoorbeeld ook al driftig gekauwd en gebeten. Bovendien opent je baby zijn mondje als je met een lepeltje in de buurt komt. En wanneer je voeding op een lepeltje geeft aan je baby, kan hij deze ook in de mond houden en doorslikken. Is je baby nog te jong? Dan zul je merken dat het hapje wel de mond in gaat, maar nog uit het mondje druppelt. Deze theorie is echter niet bewezen door een deskundige.
Meer mogelijkheden van vaste voeding
Vanaf die 6 maanden kun je dus gaan experimenteren met babyhapjes. De meesten denken aan gepureerde hapjes. Maar dat hoeft niet, je kunt ook vaste voeding aan je baby geven middels de Rapley methode of Kleintjes methode.
Wel belangrijk om nog even te vermelden: voeg geen honing toe aan de voeding van je baby (pas na de leeftijd van 1 jaar). Meer tips voor de eerste hapjes en wat baby’s wanneer mogen hebben vind je in ons voedingsschema.
”Onthoud altijd dat het belangrijk is om nieuwe voedingsmiddelen langzaam te introduceren en de reactie van je baby in de gaten te houden.”
Hier zijn enkele tips voor het introduceren van vaste voeding bij je baby:
- Begin langzaam: begin met kleine hoeveelheden groenten en bouw het langzaam op. Je kunt beginnen met één lepel per keer en dit geleidelijk opvoeren. Begin met kleine stukjes, of goed gepureerd eten.
- Kies de juiste tijd: kies een moment waarop je baby wakker en alert is, maar niet te hongerig of moe. Een goed moment kan zijn na een dutje of na het geven van borstvoeding of flesvoeding.
- Kies de juiste voeding: begin met puree of pap van groenten en fruit, omdat deze voedingsmiddelen rijk zijn aan belangrijke voedingsstoffen en makkelijk verteerbaar zijn voor de baby. Begin met één soort groente of fruit tegelijk en introduceer nieuwe voedingsmiddelen langzaam.
- Geef je baby de controle: laat je baby bepalen hoeveel hij eet en wanneer hij stopt. Forceer niet als hij niet geïnteresseerd lijkt te zijn.
- Wees geduldig: geef je baby de tijd om te wennen aan nieuwe smaken en texturen. Wellicht moet je het een aantal keer proberen voordat je baby de nieuwe voeding accepteert.
- Maak het leuk: introduceer nieuwe voedingsmiddelen op een leuke en speelse manier, bijvoorbeeld door te spelen met kleuren en texturen, maak er bijv. een gezichtje van.
Onthoud altijd dat het belangrijk is om nieuwe voedingsmiddelen langzaam te introduceren en de reactie van je baby in de gaten te houden. Let bijvoorbeeld op tekenen van krampjes of het ontstaan van vlekjes of andere reacties op de huid.