Als kind moet je de eerste jaren alles leren verteren wat er op je pad komt. Het verteren van voeding hoort daar absoluut bij. Al het lekkers ontdekken wat de wereld te bieden heeft is dan ook een kleurrijke reis en begint al direct na de geboorte. Want je baby’s eerste hapjes bestaan eigenlijk uit happen naar de borst of fles.
Je baby’s échte eerste hapjes: borstvoeding of flesvoeding
In de eerste 6 maanden na de geboorte is het geven van borstvoeding de allerbeste keus. Dit is ook de moeite waard als het maar kort lukt, bijvoorbeeld omdat je weer moet werken en problemen hebt met kolven. Borstvoeding heeft namelijk zo ontzettend veel voordelen dat alle moedermelk die je kind krijgt mooi meegenomen is. Vooral de eerste melk na de geboorte (colostrum) is dankzij de hoeveelheid afweerstoffen en vitaminen door geen enkele flesvoeding te evenaren.
Lukt borstvoeding geven niet? Dan zijn er gelukkig verschillende soorten flesvoeding waar je uit kunt kiezen. Deze zijn, net als borstvoeding, in ieder geval zo samengesteld dat je kleine tot zes maanden geen bijvoeding nodig heeft. Kies als het kan voor biologische flesvoeding, bijvoorbeeld van Biobim, HIPP of Holle. Heeft je baby een (vermoedelijke) allergie, overleg dan op het consultatiebureau welk merk het meest geschikt is. In het geval van een koemelkallergie kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om flesvoeding te kopen op basis van biologische geitenmelk van het merk Nannycare.
Je baby’s eerste hapjes met 4 of 6 maanden?
Over wanneer je het best met vaste eerste babyhapjes kunt beginnen is veel geschreven en gezegd. Het advies van de WHO is om de eerste 6 maanden uitsluitend borstvoeding (indien mogelijk, en anders kunstvoeding) te geven en daarna pas te beginnen met de eerste hapjes. Het voedingscentrum adviseert om met bijvoeding te starten als je baby tussen de 4 en 6 maanden oud is. Waar beide partijen het wel over eens zijn, is dat beginnen met de eerste babyhapjes bij 3 maanden sowieso geen goed idee is. De darmen zijn dan nog niet voldoende ontwikkeld en je baby heeft de eerste 6 maanden in principe niets anders nodig dan borstvoeding of kunstvoeding om goed te kunnen groeien. De eerste babyhapjes zijn dan ook zogenoemde ‘oefenhapjes’.
Wat uiteindelijk het beste moment voor jouw kind is om te starten met oefenhapjes kun je als ouder het best zelf bepalen. Hierbij is het goed om te letten op eventuele signalen van je baby. Kun je zelf niets meer in je mond stoppen zonder dat je mini je lepel probeert af te pakken en schattige smakgeluidjes maakt, dan kan het zijn dat hij toe is aan een eerste keer proeven. Twijfel je, overleg dan met het consultatiebureau.
Babyhapjes: pap, avocado of toch soepstengels?
Door voedzame eerste hapjes aan te bieden die passen bij de leeftijd van je kleine, zorg je ervoor dat het spijsverteringskanaal zich goed ontwikkelt. Geef je baby tussen de 4 en 6 maanden in ieder geval alleen groente en fruit. Daarna kun je voorzichtig graanproducten toevoegen, bijvoorbeeld biologische rijstvlokken of onze haver- & boekweitpap. Laat die soepstengels voorlopig dus maar even voor wat het is.
Vanaf 6 maanden is je mini er in ieder geval aan toe om gepureerd voedsel te leren eten met een lepeltje. Vanaf dan heeft hij het ook echt nodig als aanvulling op de borst- of kunstvoeding. Vanaf 7 maanden zijn broodkorstjes doorgaans favoriet om lekker op te sabbelen. Zo went je kind alvast aan wat vastere vormen. Met een maand of 8 mag je eten prakken in plaats van pureren. En rond de 9 maanden is je kleine vaak zo ver dat hij voor het eerst een echte boterham kan eten.
Voor de ontwikkeling van de mondmotoriek en het gebit is het is belangrijk om geleidelijk steeds wat grotere stukjes aan te bieden. In onze unieke voedingsschema’s staat trouwens precies wat je kind per leeftijdsfase nodig heeft. Tip: print uit en hang ze op de koelkast. Handig!
“Om je baby goed te laten wennen aan nieuwe smaakjes kun je dezelfde groente- en fruitsoort het best een paar dagen achter elkaar aanbieden.”
Hoe begin je met je baby’s eerste hapjes?
Om je baby goed te laten wennen aan nieuwe smaakjes kun je dezelfde groente- en fruitsoort het best een paar dagen achter elkaar aanbieden. Kies dan het liefst voor biologische groente- en fruitsoorten uit de volle grond. Geef nog geen rauwe groente, maar stoom of kook deze gaar en pureer met wat van het kookvocht. Laat vervolgens afkoelen tot lichaamstemperatuur. Fruit mag je wel geven zonder het te koken. Wil je precies weten wat de ideale eerste hapjes zijn? Bekijk dan ons handige voedselintroductieschema.
De Rapley of Kleintjes methode
Een moderne kijk op de eerste babyhapjes vind je in de Rapley of Kleintjes methode. Zij adviseren om je kind zo veel mogelijk zelf te laten eten met de handjes. Of dit de beste keuze is voor jouw kind kan je het best zelf inschatten. Sommige kinderen gaan door deze manier van eten proppen waardoor ze zich sneller verslikken. Kies je voor één van deze methodes, zorg dan in ieder geval dat je baby goed rechtop kan zitten en dat je er altijd bij blijft. Het is overigens wel een goed idee om aandacht te besteden aan de oorsprong van het eten. Dat kun je bijvoorbeeld doen door bij een wortelhapje ook een stukje zachtgekookte of -gestoomde wortel aan te bieden.
Verse, vitale en vooral zoutloze babyhapjes
Goed om te weten: zout hoort niet thuis in kindervoeding. Laat je kind in eerste instantie dus niet ‘met de pot’ mee eten. Ook onnatuurlijke stoffen zoals toegevoegde kleur- en smaakstoffen horen wat ons betreft écht niet bij de eerste hapjes. Door dit soort toevoegingen kan het voedselverteringsproces ontregelt raken wat verschillende problemen kan veroorzaken, zoals een voedselovergevoeligheid. Kies daarom altijd voor verse groente- en fruit. Wil je een keer wat makkelijker, ga dan voor een kant- en klaar alternatief of tussendoortje zónder onnodige toevoegingen.
Verder is het belangrijk om te kijken naar de kwaliteit van voeding. In de huidige samenleving zijn we vooral bezig met koolhydraten, calorieën, eiwitten en vetten. We vergeten bijna dat onze voeding van origine levend is! Kwalitatieve voeding is dan ook niet alleen afhankelijk van een optimale samenstelling, maar zeker ook van vitaliteit. In hoeverre het eten op je bord gevuld is met vitale levensenergie hangt af van de groei en ontwikkeling die de producten doorgemaakt hebben.
Gewassen en dieren die in harmonie met de natuur groot geworden zijn – dus zonder groei versnellende kunstmest, schadelijke bestrijdingsmiddelen of antibiotica – passen veel beter bij de kwetsbare fase van je baby en dragen optimaal bij aan de vitaliteit van je kind. Ook de vriezer en magnetron hebben invloed op de vitaliteit van een product. Probeer deze dus zo veel mogelijk te vermijden.
Verse biologische of biologisch-dynamische producten hebben daarom de absolute voorkeur. Past biologisch niet (altijd) binnen je budget, bekijk dan eens de meest en minst bespoten voedingsmiddelen en probeer op basis daarvan een bewuste keus te maken die wel past bij jullie gezin.